groottante
Nederlands
Woordafbreking
- groot·tan·te
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van groot bn en tante zn [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | groottante | groottantes |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
groottante v
- de zus van een grootouder; de echtgenote van een broer van een grootouder
- Bijna 33 jaar na de gewelddadige dood van een vierjarige jongen in de Vogezen komt er een verrassende wending in het onderzoek naar deze zaak. De procureur van Dijon, Jean-Jacques Bosc, bevestigde vrijdag in de Franse stad mee dat de groottante en grootoom van Grégory in voorlopige hechtenis werden genomen. [2]
- Zijn huis, te oordelen aan de ingemaakte kast achter zijn rug en de vele deuren een oude boerenwoonst, doet me denken aan de woning van een groottante. [3]
Gangbaarheid
- Het woord groottante staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'groottante' herkend door:
77 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- groottante op website: Etymologiebank.nl
- De Standaard 16/06/2017 door Wle Groottante en grootoom van vermoorde Franse jongen in voorhechtenis
- NRC Erwin Mortier 6 januari 2001 DE TIJD DRAAIT DOMWEG RONDJES
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.