groeven
Nederlands
Woordafbreking
- groe·ven
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
groeven |
groefde |
gegroefd |
zwak -d | volledig |
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
- groefbeitel, groefbidder, groefijzer, groefleger, groefrail, groefschaaf, groefverband, groefwater, groefzaag
Werkwoord
vervoeging van |
---|
graven |
groeven
- meervoud verleden tijd van graven
- Wij groeven.
- Jullie groeven.
- Zij groeven.
- Wij groeven.
Zelfstandig naamwoord
groeven mv
Gangbaarheid
- Het woord groeven staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'groeven' herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.