grijzer

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • grijĀ·zer

Bijvoeglijk naamwoord

grijzer

  1. onverbogen vorm van de vergrotende trap van grijs
Woordherkomst en -opbouw
  • Naamwoord van handeling van grijzen met het achtervoegsel -er

Niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie als zelfstandig naamwoord

enkelvoud meervoud
naamwoord grijzer -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

grijzer [1]

    Verwijzingen

    This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.