grijzen
Nederlands
Woordafbreking
- grij·zen
Woordherkomst en -opbouw
- Afgeleid van grijs.
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
grijzen |
grijsde |
gegrijsd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
grijzen
- ergatief grijs worden, grijze haren krijgen
- Hij streek onwillekeurig over zijn slaap, waar het vroeger blonde haar nu sterk grijsde. [1]
Gangbaarheid
- Het woord grijzen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'grijzen' herkend door:
82 % | van de Nederlanders; |
73 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- blz 253, Doekoen.
door Madelon Székely-Lulofs
Uitgegeven door KITLV Uitgeverij, 2001 ISBN 90-6718-171-4
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.