grijpend
Nederlands
Woordafbreking
- grij·pend
Bijvoeglijk naamwoord
stellend | |
---|---|
onverbogen | grijpend |
verbogen | grijpende |
partitief | grijpends |
grijpend
- verscheurend, pakkend, pakkend met klauwen
- De vrouwen graaien met grijpende handen de koopjes uit de bakken tijdens de uitverkoop.
Gangbaarheid
- Het woord grijpend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.