grenzenloos

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • gren·zen·loos
Woordherkomst en -opbouw
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen grenzenloosgrenzenlozergrenzenloost
verbogen grenzenlozegrenzenlozeregrenzenlooste
partitief grenzenloosgrenzenlozers-

Bijvoeglijk naamwoord

  1. grenzenloos
  2. verouderde spelling of vorm van grenzeloos van vóór 2006
    • Alhoewel dat oppervlakkig niet zo leek, was zijn eerzucht grenzenloos. [2]

Gangbaarheid

  • Het woord 'grenzenloos' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.