grabbelen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  grabbelen    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈɣrɑbələ(n)/
Woordafbreking

grab·be·len

Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
grabbelen
grabbelde
gegrabbeld
zwak -d volledig

Werkwoord

grabbelen

  1. graaien
Hyponiemen
  • opgrabbelen, rondgrabbelen, vastgrabbelen
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord grabbelen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

Middelnederlands

Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden tijd voltooid
deelwoord
enkelvoud meervoud
grabbelen grabbelde grabbelden gegrabbeld
  volledig  

Werkwoord

grabbelen

  1. met wilde gebaren grijpen, grabbelen
Overerving en ontlening
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.