graat

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • graat
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘been van vis’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1116 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord graat graten
verkleinwoord graatje graatjes

Zelfstandig naamwoord

graat v/m

  1. botje van een vis
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord graat staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
95 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.