graankorrel
Nederlands
Woordafbreking
- graan·kor·rel
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van graan en korrel
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | graankorrel | graankorrels |
verkleinwoord | graankorreltje | graankorreltjes |
Zelfstandig naamwoord
graankorrel m
- een vrucht waarbij de vruchtwand met de zaadhuid en de zaadkern is vergroeid. Soms, zoals bij gerst, spelt, rijst en timoteegras, ook nog verder vergroeid met de omhullende kafjes.
- Graankorrels vormen een van de belangrijkste voedselbronnen voor de mens.
Gangbaarheid
- Het woord graankorrel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'graankorrel' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.