graankorrel

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • graan·kor·rel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord graankorrel graankorrels
verkleinwoord graankorreltje graankorreltjes

Zelfstandig naamwoord

graankorrel m

  1. een vrucht waarbij de vruchtwand met de zaadhuid en de zaadkern is vergroeid. Soms, zoals bij gerst, spelt, rijst en timoteegras, ook nog verder vergroeid met de omhullende kafjes.
    • Graankorrels vormen een van de belangrijkste voedselbronnen voor de mens. 
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord graankorrel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.