graanhandelaar

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • graan·han·de·laar
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord graanhandelaar graanhandelaren
verkleinwoord graanhandelaartje graanhandelaartjes

Zelfstandig naamwoord

graanhandelaar m

  1. (beroep) iemand die voor zijn beroep graan in- en verkoopt
    •  

Gangbaarheid

  • Het woord graanhandelaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.