graafwerk
Nederlands
Woordafbreking
- graaf·werk
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van graaf ww en werk
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | graafwerk | graafwerken |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
graafwerk o [1]
- werk dat vooral bestaat in veel graven
- Verder ‘vond’ hij in een propagandafilm een scherf met een in de haast ingekrast hakenkruis, was hij adviseur van een tentoonstelling die duidelijk maakte dat al het goede niet uit het Oosten maar van de Germanen was gekomen, en deed hij mee aan een opgraving in de Oekraïne, waarbij krijgsgevangenen het graafwerk deden.[2]
Gangbaarheid
- Het woord graafwerk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'graafwerk' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- NRC Theo Toebosch 11 mei 2018 Rijksmuseum van Oudheden: 200 jaar graven naar schatten in de grond
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.