gordijn

Een gordijn.

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • gor·dijn
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘voorhangsel’ voor het eerst aangetroffen in 1285 [1]
  • Van het Middelnederlandse gardîne, wat via het Oudfranse curtine is afgeleid het Laatlatijnse cortina.
enkelvoud meervoud
naamwoord gordijn gordijnen
verkleinwoord gordijntje gordijntjes

Zelfstandig naamwoord

gordijn o

  1. een doek ter afdekking van bijvoorbeeld een raam
    • Door 's avonds het gordijn te sluiten komt het licht van de straatlantaarns niet naar binnen. 
Synoniemen
  • (verouderd) voorhang
  • (verouderd) voorhangsel
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
  • douchegordijn, glasgordijn, gordijnkoord, gordijnlat, gordijnrail, gordijnring, gordijnroe, gordijnroede, gordijnstof
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord gordijn staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.