golfer
Nederlands
![](../I/m/Golf_Swing_Animation.gif)
golfer
Woordafbreking
- golĀ·fer
Zelfstandig naamwoord
golfer m [1]
- (sport) beoefenaar van de golfsport
- De golfer was woensdag in het water op zoek naar golfballen, toen hij werd gegrepen door de krokodil en direct onder water verdween. Hij was bezig aan een wedstrijd.[2]
- Under Armour had ook een golfer kunnen leveren om een ruit te breken, of een voetballer van AZ. Het merk sponsort individuele sporters en teams, zoals ook Nike en Adidas doen.[3]
Hyponiemen
- topgolfer, boerengolfer, midgetgolfer, straatgolfer
Gangbaarheid
- Het woord golfer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'golfer' herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- Reformatorisch Dagblad 05-12-2014 Krokodil doodt golfer
- Het Parool JOP VAN KEMPEN 7 DECEMBER 2017 Bokser Anthony Joshua opent sportwinkel Under Armour
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.