goegemeente

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • goe·ge·meen·te
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘gewone, niet-kritische publiek’ voor het eerst aangetroffen in 1628 [1]
  • samenstelling van  goe   en  gemeente   [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord goegemeente -
verkleinwoord goegemeentetje goegemeentetjes

Zelfstandig naamwoord

goegemeente v [3]

  1. het eenvoudige, gewone niet al te kritische of diepzinnig denkende publiek
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord goegemeente staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
76 %van de Nederlanders;
76 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.