goegemeente
Nederlands
Woordafbreking
- goe·ge·meen·te
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘gewone, niet-kritische publiek’ voor het eerst aangetroffen in 1628 [1]
- samenstelling van goe en gemeente [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | goegemeente | - |
verkleinwoord | goegemeentetje | goegemeentetjes |
Zelfstandig naamwoord
goegemeente v [3]
- het eenvoudige, gewone niet al te kritische of diepzinnig denkende publiek
Gangbaarheid
- Het woord goegemeente staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'goegemeente' herkend door:
76 % | van de Nederlanders; |
76 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.