godsgruwelijk
Nederlands
Woordafbreking
- gods·gru·we·lijk
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van god en gruwelijk met het invoegsel -s-
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | godsgruwelijk | godsgruwelijker | godsgruwelijkst |
verbogen | godsgruwelijke | godsgruwelijkere | godsgruwelijkste |
partitief | godsgruwelijks | godsgruwelijkers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
godsgruwelijk [1]
- Je wordt vaak overvallen door de gedachte dat Roobjee zó godsgruwelijk veel woorden in kan zetten dat een effectieve, dramatische vertelconstructie voor hem van secundair belang is. Niet de personages zijn zijn voornaamste personages, het is de taal zelf - het lijkt de poëzie wel - die bij hem de hoofdrol toebedeeld heeft gekregen.[2]
- Keller belde Fens. ‘Kees, zullen we eens praten over een film over jou?’ Even was het stil. Toen kwam het antwoord: ‘Hans, op dit telefoontje heb ik jaren zitten wachten.’ Vanavond, op een godsgruwelijk laat uur, is het zover en wordt Kees Fens, erfgenaam van een lege hemel uitgezonden. Alsof die hemel het beschikt heeft, twee dagen na zijn dood. Het is een documentaire geworden over heimwee.[3]
Gangbaarheid
- Het woord godsgruwelijk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- NRC Sebastiaan Kort 1 juni 2016
- Volkskrant Jan Tromp 16 juni 2008
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.