glasblazen

Nederlands

Uitspraak
naamwoord van handeling
zelfstandig bijvoeglijk
glasblazenglasblazend
-glasgeblazen
Woordafbreking
  • glas·bla·zen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
glasblazen
-
(glasgeblazen)
onvolledig

Werkwoord

glasblazen

  1. inergatief (bedrijf) glazen voorwerpen verwaardigen boven een vlam
    • Hij is al jaren geleden begonnen glas te blazen. 
Afgeleide begrippen

Meer informatie

Gangbaarheid

  • Het woord glasblazen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.