gissen
Nederlands
Woordafbreking
- gis·sen
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘raden’ voor het eerst aangetroffen in 1451 [1]
- Afkomstig uit de scheepvaart. Door het werpen van een stuk hout in water bij de boeg en tellen hoeveel seconden het langs het achterschip drijft, kon bij benadering de snelheid worden bepaald.
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
gissen |
giste |
gegist |
zwak -t | volledig |
Werkwoord
gissen
- een vermoeden uitspreken over iets
- Meten is weten, gissen is missen.
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord gissen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'gissen' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.