gingen uit
Nederlands
Woordafbreking
- gin·gen uit
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
uitgaan |
gingen (…) uit
- meervoud verleden tijd van uitgaan
- Wij gingen uit.
- Jullie gingen uit.
- Zij gingen uit.
- Wij gingen uit.
Gangbaarheid
- Het woord gingen uit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.