gewei

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·wei
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘hoorns van herten e.d.’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1592 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord gewei geweien
verkleinwoord geweitje geweitjes

Zelfstandig naamwoord

gewei o

  1. (zoötomie) een stel uit been bestaande hoorns van herten; al dan niet vertakt
    • Het gewei van het hert was afgebroken en lag op de grond. 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord gewei staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.