gewaad
Nederlands
Woordafbreking
- ge·waad
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘kleding’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1285 [1]
- vervoeging van waden: de stam met omvoegsel ge- -d, zonder -d omdat de stam al op -d eindigt [2]
- afgeleid van waad met het voorvoegsel ge-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | gewaad | gewaden |
verkleinwoord | gewaadje | gewaadjes |
Zelfstandig naamwoord
gewaad o [3]
- een voornaam en omhullend kledingstuk
- Zij verscheen gehuld in een prachtig gewaad en gesierd met prachtige juwelen.
Hyponiemen
|
Gangbaarheid
- Het woord gewaad staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'gewaad' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.