gevormd
Nederlands
Woordafbreking
- ge·vormd
Deelwoord
deelwoord | ||
---|---|---|
onverbogen | gevormd | |
verbogen | gevormde | |
vervoeging van | ||
vormen |
gevormd voltooid deelwoord van vormen
- vormt de voltooide tijden
- Die tijd heeft mijn wereldbeeld gevormd.
- vormt de lijdende vorm
- Het bestuur wordt gevormd door vrijwilligers.
- als naamwoordelijk deel van het gezegde gebruikt
- Wacht tot een schuim laagje is gevormd.
- Ik ben gevormd door alles wat ik heb meegemaakt.
- attributief gebruikt:
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | gevormd | gevormder | gevormdst |
verbogen | gevormde | gevormdere | gevormdste |
partitief | gevormds | gevormders | - |
Bijvoeglijk naamwoord
gevormd [1]
- door vorming (ook van karakter, geest, smaak etc.) ontstaan
- Te koop is deze bijzonder fraai gevormde gekleurde glazen vaas.
- Een beeldschone jonge vrouw, elegante verschijning, gitzwarte haren en koolzwarte amandelvormige ogen, een slank figuur en mooi gevormde handen, een olijfkleurige huid. [2]
Hyponiemen
- goedgevormd, handgevormd, nieuwgevormd, voorgevormd, welgevormd
Afgeleide begrippen
- gevormdheid
Gangbaarheid
- Het woord gevormd staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'gevormd' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.