getuigd
Nederlands
Woordafbreking
- ge·tuigd
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
tuigen |
getuigd
- voltooid deelwoord van tuigen
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | getuigd | getuigder | getuigdst |
verbogen | getuigde | getuigdere | getuigdste |
partitief | getuigds | getuigders | - |
Bijvoeglijk naamwoord
getuigd
- voorzien van tuig of tuigage
- (...) de dichter vergelijkt zich met een getuigd paard dat een riem (vorbouch) voor de borst (bouch) heeft (..) [2]
- Bilderdijk tekent echter een dwarsscheeps getuigd schip: (...) [3]
Hyponiemen
- dwarsgetuigd, gaffelgetuigd, langsgetuigd, loggergetuigd, ongetuigd, overgetuigd, topgetuigd, vierkantgetuigd
Gangbaarheid
- Het woord getuigd staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'getuigd' herkend door:
94 % | van de Nederlanders; |
93 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- Heeroma, K. (ed.) Liederen en gedichten uit het Gruuthuse-handschrift. (1966) E.J. Brill, Leiden; p. 40; geraadpleegd 2015-08-01
- Kloek, J.J. "Bilderdijk geeft Jan de Witt de wind van voren" in: Het Bilderdijk-museum. jrg. 8 (1991) Vereniging ‘Het Bilderdijk-Museum’, Amstelveen; p. 10; geraadpleegd 2015-08-01
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.