geteisem

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  geteisem    (hulp, bestand)
  • IPA: /ɣəˈtɛisəm/
Woordafbreking
  • ge·tei·sem
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Jiddisch, in de betekenis van ‘uitvaagsel’ voor het eerst aangetroffen in 1906 [1]
  • Van het Jiddische chatteisem (schooier) [2] [3]
enkelvoud meervoud
naamwoord geteisem -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

geteisem o [4]

  1. (Jiddisch-Hebreeuws) (scheldwoord) geboefte, gespuis, uitvaagsel
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord geteisem staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
77 %van de Nederlanders;
40 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.