gesnurk
Nederlands
Woordafbreking
- ge·snurk
Zelfstandig naamwoord
gesnurk o [1]
- het zware gesnuif in de slap
- ‘Hoe zachtjes verspreidt Morpheus zijn maanzaad over de vermoeide landman als die zijn grond en zijn vrouw heeft ingezaaid! Hij zal weldra een nieuwe wijze van voelen ervaren in de volmaakte zelfvergetelheid die wordt aangekondigd door luid gesnurk.’ [2]
Gangbaarheid
- Het woord gesnurk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'gesnurk' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.