gesnurk

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·snurk
Woordherkomst en -opbouw
  • Naamwoord van handeling van snurken met het voorvoegsel ge-
enkelvoud meervoud
naamwoord gesnurk
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

gesnurk o [1]

  1. het zware gesnuif in de slap
    • ‘Hoe zachtjes verspreidt Morpheus zijn maanzaad over de vermoeide landman als die zijn grond en zijn vrouw heeft ingezaaid! Hij zal weldra een nieuwe wijze van voelen ervaren in de volmaakte zelfvergetelheid die wordt aangekondigd door luid gesnurk.’ [2] 
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord gesnurk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.