gesnik

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·snik
Woordherkomst en -opbouw
  • naamwoord van handeling snikken met het voorvoegsel ge-
enkelvoud meervoud
naamwoord gesnik
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

gesnik o [1]

  1. het aanhoudend zachtjes huilen
    • De dreiging is haast tastbaar. Voor een eenzaam huis hebben enkele mensen verzameld, er klinkt zacht gesnik. Twee jochies hebben een 54-jarige bakker neergeschoten, pal voor zijn huis.[2] 
    • ,,Het was een eer om met deze patriot mee naar huis te vliegen", schreef Williams die alles filmde en op haar facebookpagina zette. ,,Geen oog bleef droog rondom mij."Het was muisstil in het vliegtuig, op het gesnik van de passagiers na.[3] 
Synoniemen
Antoniemen
    Vertalingen

    Gangbaarheid

    • Het woord gesnik staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
    99 %van de Nederlanders;
    99 %van de Vlamingen.

    Verwijzingen

    1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
    2. de Standaard 4 NOVEMBER 2017
    3. Tubantia 20-FEBRUARI-2017
    This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.