gerotzooi
Nederlands
Woordafbreking
- ge·rot·zooi
Zelfstandig naamwoord
gerotzooi o
- onduidelijk rommelen, klooien en flikflooien
- Wat dat is? Mode op de dansvloer, dus gerotzooi met de heupen. Ooit was het de twist. In de jaren tachtig werd het bumpen. Nu is het dus twerken: de vrouw schokt met haar billen. Miley wiebelde aldus tegen het kruis van haar danspartner. [1]
Gangbaarheid
- Het woord 'gerotzooi' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'gerotzooi' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- NRC Joyce Roodnat 12 oktober 2013
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.