gentiaan
![](../I/m/KochscherEnzian.jpg)
Kochs gentiaan
Nederlands
Woordafbreking
- gen·ti·aan
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘plantengeslacht’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1554 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | gentiaan | gentianen |
verkleinwoord | gentiaantje | gentiaantjes |
Zelfstandig naamwoord
gentiaan v/m
- (plantkunde) een kruidachtige plant uit het geslacht Gentiana
veelal met diepblauwe bloemen die hoog in het gebergte groeit
- Het plukken van een gentiaan is verboden om de kwetsbare flora van het hooggebergte te beschermen.
Hyponiemen
- baardgentiaan, draadgentiaan, franjegentiaan, klokjesgentiaan, veldgentiaan, watergentiaan
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord gentiaan staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'gentiaan' herkend door:
68 % | van de Nederlanders; |
43 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.