genenbank
Nederlands
Woordafbreking
- ge·nen·bank
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van gen zn en bank zn met het invoegsel -en-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | genenbank | genenbanken |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
genenbank v/m
- (biologie) een plaats waarin genetisch materiaal bestaande uit zaden, sperma en planten wordt opgeslagen
- Brazilië heeft concrete plannen om met uitsterven bedreigde diersoorten te klonen. Na het aanleggen van een genenbank, bekijken onderzoekers nu met welke techniek en welk dier ze aan de slag zullen gaan. [1]
- verzameling van erfelijke eigenschappen
- Nederlanders mogen dan volgens recent onderzoek het meest depressieve volk van Europa zijn, we zijn geen zwartkijkers, vindt iets meer dan de helft van de deelnemers aan de Stelling van de Dag. Wel is er sprake van een klaagcultuur, vindt 57 procent. „Klagen en somberen zit in onze protestantse genenbank; de Nederlander houdt van klagen.” [2]
Gangbaarheid
- Het woord genenbank staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'genenbank' herkend door:
92 % | van de Nederlanders; |
87 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Tubantia 23-10-12 Brazilië bestudeert klonen van bedreigde diersoorten
- De Telegraaf GHISLAINE VAN DRUNEN 08 nov. 2013 Uitslag Stelling: Depressief? Flauwekul
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.