gemmoloog

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • gem·mo·loog
Woordherkomst en -opbouw
  • afgeleid van ?? (in het Engels is gem=edelsteen) met het achtervoegsel -loog
enkelvoud meervoud
naamwoord gemmoloog gemmologen
verkleinwoord gemmoloogje gemmoloogjes

Zelfstandig naamwoord

gemmoloog m

  1. (beroep) (mineralogie) wetenschapper die edelstenen en half-edelstenen bestudeert
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord 'gemmoloog' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.