gemekker

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  gemekker    (hulp, bestand)
  • IPA:
    • (Noord-Nederland): /χəˈmɛkər/
    • (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /ɣəˈmɛkər/
Woordafbreking
  • ge·mek·ker
Woordherkomst en -opbouw
  • Naamwoord van handeling van mekkeren met het voorvoegsel ge-.
enkelvoud meervoud
naamwoord gemekker -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

gemekker o

  1. het mekkeren
    • Het gemekker van de lammetjes klonk hem als muziek in de oren. 
  1. het gezaag
    • Stop eens met dat gemekker! 
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord gemekker staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.