gemeentewerk

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·meen·te·werk
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord gemeentewerk gemeentewerken
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

gemeentewerk o

  1. werk gedaan in dienst van de gemeente
    • Ongeveer een kwart van de raadsleden vulde een uitgebreide vragenlijst in. Van hen vindt ruim een kwart dat het raadswerk te veel tijd kost. Vrouwen besteden gemiddeld 18 procent meer tijd aan het gemeentewerk dan hun mannelijke collega's.[1] 
  1. bedrijf van de gemeente dat vooral bij bouwwerken en infrastructuur betrokken is
    • In vrijwel alle gevallen zijn de gestolen Stolpersteine vervangen door nieuwe exemplaren. In Spijkenisse kwamen de gedenkstenen niet alleen in het gebruikelijke bedje van droog cement te liggen - dat met water wordt overgoten en dan verhardt tot cementsteen - maar kregen ze een extra verankering. De Stichting Loods24 en Joods Kindermonument overweegt dezelfde veiligheidsmaatregel. Van Gelderen: „Vanuit Gemeentewerken is ons voorgesteld om de stenen in een soort wig te leggen met weerhaken die verwijdering bemoeilijken. Andere bestrating is ook een optie want de klinkers die op hun kant in het trottoir van de Brede Hilledijk liggen, zijn minder solide dan stoeptegels.”[2]  


Gangbaarheid

  • Het woord gemeentewerk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Volkskrant 2 maart 2010,
  2. NRC Caspar Naber 12 januari 2017
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.