gemeentelid
Nederlands
Woordafbreking
- ge·meen·te·lid
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van gemeente en lid
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | gemeentelid | gemeenteleden |
verkleinwoord | gemeentelidje | gemeentelidjes |
Zelfstandig naamwoord
gemeentelid o
- lid van een (kerkelijke) gemeente
Gangbaarheid
- Het woord gemeentelid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.