gekte
Nederlands
Woordafbreking
- gek·te
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘gekkigheid, dwaasheid’ voor het eerst aangetroffen in 1973 [1]
- afgeleid van gek met het achtervoegsel -te [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | gekte | gektes |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
gekte v [3]
- het gek (maar niet totaal gestoord) zijn
- Een milde vorm van gekte.
Verwante begrippen
Werkwoord
vervoeging van |
---|
gekken |
gekte
- enkelvoud verleden tijd van gekken
- Ik gekte.
- Jij gekte.
- Hij, zij, het gekte.
- Ik gekte.
Gangbaarheid
- Het woord gekte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'gekte' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.