gekraak

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·kraak
Woordherkomst en -opbouw
  • Naamwoord van handeling van kraken met het voorvoegsel ge-
enkelvoud meervoud
naamwoord gekraak
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

gekraak o [1]

  1. het kraken
    • Het gekraak van de traptreden verried de inbreker. 
    • Aan de hoogste flanken van de bergen kleven donzige wolken, als uit elkaar gerafelde wattenproppen. Stil is de vallei niet: de Dora, vijfhonderd meter dieper, tolt gezwind naar beneden en het gebruis is tot hier hoorbaar. Een pompende ademhaling en het gekraak van de pedalen in de bochtjes komen daarbovenop.[2] 

Gangbaarheid

  • Het woord gekraak staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.