geketend

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·ke·tend
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
ketenen

geketend

  1. voltooid deelwoord van ketenen
stellend
onverbogen geketend
verbogen geketende
partitief geketends

Bijvoeglijk naamwoord

geketend

  1. vastgemaakt met kettingen
    • De aan de voeten geketende gevangenen schuifelden langzaam door de gangen. 
  1. (figuurlijk) gebonden aan iets of iemand zijn terwijl je dat niet zou willen
    • Door de lage huizenprijs en zijn veel te hoge hypotheek was hij geketend aan zijn huis, baan en vrouw, hij kon geen kant meer op. 

Gangbaarheid

  • Het woord geketend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.