gehumeurd

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·hu·meurd
Woordherkomst en -opbouw
  • pseudodeelwoord afgeleid van  humeur zn  met het omvoegsel ge- -d
stellend
onverbogen gehumeurd
verbogen gehumeurde
partitief gehumeurds

Bijvoeglijk naamwoord

gehumeurd [1]

  1. voorzien van een bepaald humeur
Hyponiemen

Gangbaarheid

  • Het woord gehumeurd staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
95 %van de Nederlanders;
94 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.