gegolfd
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: gegolfd [A] (hulp, bestand)
- IPA: / ɣəˈɣɔləft /
- Geluid: gegolfd [B] (hulp, bestand)
- IPA: / ɣəˈɡɔlft /
Woordafbreking
- ge·golfd
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
deelwoord | ||
---|---|---|
onverbogen | gegolfd | |
verbogen | - | |
vervoeging van | ||
golven |
[A] gegolfd niet-adjectivisch voltooid deelwoord van golven
- vormt de voltooide tijden
- De zee had heftig gegolfd
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | gegolfd | gegolfder | gegolfdst |
verbogen | gegolfde | gegolfdere | gegolfdste |
partitief | gegolfds | gegolfders | - |
Bijvoeglijk naamwoord
[A] gegolfd
- als naamwoordelijk deel van het gezegde gebruikt waarin een golfpatroon te herkennen is
- De metalen huid was gegolfd en gedeukt.
- attributief gebruikt waarin een golfpatroon te herkennen is
- Haar gegolfde haar was prachtig.
Werkwoord
deelwoord | ||
---|---|---|
onverbogen | gegolfd | |
verbogen | - | |
vervoeging van | ||
golfen |
[B] gegolfd niet-adjectivisch voltooid deelwoord van golfen
- vormt de voltooide tijden
- Ze hadden lekker gegolfd.
- vormt de onpersoonlijke lijdende vorm
- Er werd gegolfd en lekker gegeten die middag.
Gangbaarheid
- Het woord gegolfd staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'gegolfd' herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.