dwepen

Nederlands
dwepende fans van oranje
Uitspraak
Woordafbreking
  • dwe·pen
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘overdreven verering koesteren’ voor het eerst aangetroffen in 1785 [1]
  • [2]
stamtijd
onbepaalde
wijs		 verleden
tijd		 voltooid
deelwoord
dwepen
dweepte
gedweept
zwak -t volledig

Werkwoord

dwepen

  1. inergatief ~ met ergens te gek op zijn, een te grote aantrekking tot iets voelen en dat te duidelijk laten merken
    • Het oranjelegioen dweept met het Nederlandse elftal. 
Afgeleide begrippen
Vertalingen
    1. ergens gek op zijn, een grote aantrekking tot iets voelen   

Gangbaarheid
  • Het woord dwepen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
84 %van de Nederlanders;
91 %van de Vlamingen.

Verwijzingen
  1. "dwepen" in: Sijs, N. van der Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen. 2e druk (2002) Veen, Amsterdam / Antwerpen; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
  2. dwepen op website: Etymologiebank.nl
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.