gedreun

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·dreun
Woordherkomst en -opbouw
  • Naamwoord van handeling van dreunen met het voorvoegsel ge-
enkelvoud meervoud
naamwoord gedreun
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

gedreun o [1]

  1. het voelbaar trillen en/of een laag en hard geluid
    • Het gedreun van de heipalen deed de kopjes rinkelen in de kast. 
    • Duizenden jongeren gaan uit hun dak op het gedreun dat een gigantische blauwroze feesttent komt. Op de natte grasvlakte ernaast staan zo’n honderdvijftig keurig opgelijnde touringcar-bussen. De chauffeurs maken een dolletje of wachten in hun lege cabines. Een zit met zijn vrouw onderuit op tuinstoelen in het gangpad. [2] 
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord gedreun staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.