gedonder

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·don·der
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord gedonder -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

gedonder o

  1. het geluid van donderslagen
    • Ik hoorde gedonder in de verte; ik hoop niet dat we een bui gaan krijgen. 
  1. (pejoratief) als ongewenst en ergerlijk ervaren gedrag
    • Is dat gedonder nou nog niet afgelopen? 

Gangbaarheid

  • Het woord gedonder staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.