gedijen
Nederlands
Woordafbreking
- ge·dij·en
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘voorspoedig groeien, welvaren’ voor het eerst aangetroffen in 1265 [1]
- Afkomstig van het Oudnederlandse thīon met het voorvoegsel ge- [2]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
gedijen |
gedijde |
gedijd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
gedijen [3]
- ergatief voorspoedig groeien
- Suikerriet gedijt uitstekend in dat warme, vochtige klimaat.
Uitdrukkingen en gezegden
- Gestolen goed gedijt niet.
gestolen zaken brengen nooit voordeel
Vertalingen
1. voorspoedig groeien
Gangbaarheid
- Het woord gedijen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'gedijen' herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
95 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.