geblaf
Nederlands
Woordafbreking
- geĀ·blaf
Zelfstandig naamwoord
geblaf o
- het telkens of aanhoudend blaffen
- Het geblaf van de hond van de buren blijkt voor veel mensen de voornaamste bron van ergernis te zijn.
Gangbaarheid
- Het woord geblaf staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'geblaf' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.