gebazel

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·ba·zel
Woordherkomst en -opbouw
  • Naamwoord van handeling van bazelen met het voorvoegsel ge-
enkelvoud meervoud
naamwoord gebazel -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

gebazel o

  1. onbenullig gezwets

Gangbaarheid

  • Het woord gebazel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
96 %van de Nederlanders;
93 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.