gamelle
Nederlands
Woordafbreking
- ga·mel·le
Woordherkomst en -opbouw
- van het Franse 'gamelle' [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | gamelle | gamellen |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
gamelle
- eetketel of (soms afsluitbaar) eetblik van soldaten, vervolgens ook in gebruik bij niet-militairen
Gangbaarheid
- Het woord 'gamelle' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Frans
Uitspraak
- Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
Zelfstandig naamwoord
gamelle v
- «T’as vu la gamelle qu'a fait Ivan sur la piste noire!»
- Heb je gezien hoe Ivan is gevallen op de zwarte piste! [1]
- «T’as vu la gamelle qu'a fait Ivan sur la piste noire!»
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.