fysisch

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • fy·sisch
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘overeenkomend met de natuur’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1784 [1]
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen fysischfysischer
verbogen fysischefysischere
partitief fysischfysischers-

Bijvoeglijk naamwoord

fysisch

  1. betrekking hebbend op de 'natuur' of 'natuurkundig'.

Gangbaarheid

  • Het woord fysisch staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
94 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.