fysiologisch
Nederlands
Woordafbreking
- fy·sio·lo·gisch
Woordherkomst en -opbouw
- afgeleid van fysiologie met het achtervoegsel -isch
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | fysiologisch | fysiologischer | |
verbogen | fysiologische | fysiologischere | |
partitief | fysiologisch | fysiologischers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
fysiologisch
- (medisch) door de natuur bepaald, de natuurlijke verrichtingen van levende wezens of hun organen betreffend
Vertalingen
1. door de natuur bepaald, de natuurlijke verrichtingen van levende wezens of hun organen betreffend
Gangbaarheid
- Het woord fysiologisch staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'fysiologisch' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.