fronsen
Nederlands
Woordafbreking
- fron·sen
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘tot rimpels samentrekken (van voorhoofd)’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1619 [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
fronsen |
fronste |
gefronst |
zwak -t | volledig |
Werkwoord
fronsen
- overgankelijk de wenkbrauwen ~ van verbazing of afkeuring de wenkbrauwen ophalen
- Er werd door velen gefronst toen het nieuws verteld werd.
Vertalingen
1. van verbazing of afkeuring de wenkbrauwen ophalen
Gangbaarheid
- Het woord fronsen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'fronsen' herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.