friture

Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
  • fri·tu·re

Zelfstandig naamwoord

friture v

  1. een zaak waar men gefrituurde zaken verkoopt.
    • De friture is open, hoor. 
Synoniemen

Werkwoord
vervoeging van
frituren

friture

  1. aanvoegende wijs van frituren

Gangbaarheid
  • Het woord 'friture' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Frans
Uitspraak

Zelfstandig naamwoord

friture v

  1. (spreektaal) ruis, storing op de lijn
  1. «Je t'entends mal, y'a de la friture!»
    Ik hoor je slecht, de lijn stoort! [1]

Verwijzingen
  1. Wouw, B. van de Woordenboek populair Frans - Nederlands 2e druk (2014) Uitgeverij Arti-Choc, Breda; p. 100
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.