frasering

Niet te verwarren met: fasering

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • fra·se·ring
Woordherkomst en -opbouw
  • Naamwoord van handeling van fraseren met het achtervoegsel -ing.
enkelvoud meervoud
naamwoord frasering fraseringen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

frasering v

  1. het in frasen onderverdelen, met name gezegd van het articuleren van afzonderlijke muzikale zinnen in een muziekstuk, dat hierdoor als geheel beter moet klinken
    • De frasering van een melodie. 
    • Je speelt werkelijk verdienstelijk, Bram, veel aandacht voor detail en je frasering ademt.' [1] 
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord frasering staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
82 %van de Nederlanders;
84 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Sandes, David De wondermethode 2006 ISBN 9044509543 pagina 257
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.