fragmenteren

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • frag·men·te·ren
Woordherkomst en -opbouw
  • afgeleid van het Franse fragmenter (met het achtervoegsel -eren)
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
fragmenteren
fragmenteerde
gefragmenteerd
zwak -d volledig

Werkwoord

fragmenteren [1]

  1. overgankelijk in kleine brokstukken uiteen doen vallen
    • De botsing van de Afrikaanse en Euraziatische plaat fragementeerde dit gebergte in drie delen. 
  1. ergatief in kleine brokstukken uiteenvallen
    • De harde schijf is gefragmenteerd. 
Afgeleide begrippen
Antoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord fragmenteren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.